Iedereen die met profielen werkt kent het probleem. Er is altijd wel een stuk over, dat je niet graag weggooit en je de volgende keer toch weer vergeet te gebruiken.
Aan de hand van enkele praktische tips kan je alvast geld besparen:
Om te bepalen wat je zou kunnen bijhouden, kijk je eerst naar de belangrijkste criteria: hoe vaak gebruik je dit type profiel, hoe courant is de kleur, hoe duur is het en vooral vanaf welke lengte is het bruikbaar.
Eens in je programma aangegeven wat de minimumvoorwaarden zijn voor een reststuk, kan je aan de slag. In een eenvoudige databank van je softwarepakket kan je de bestaande reststukken invullen: type profiel, kleur en lengte.
Zolang je rekent voor calculatie en offerte, hoef je geen rekening te houden met deze reststukken. Een profiel uit voorraad, als reststuk of nieuw besteld, heeft in principe immers dezelfde prijs.
In de offerte kan je met een vast- of een reëel verliespercentage rekenen. In dit tweede geval bereken je het volledige aankoopbedrag door aan je prospect. Onnodig te vermelden dat je voor kleine opdrachten waarschijnlijk te duur uitkomt. Dan kan het oordeelkundig gebruik van reststukken hier helpen. Je verhoogt het vast verlies en rekent erop dat je de rest nog wel kan hergebruiken.
Als het project definitief is opgemeten, ga je rekenen om de bestelbonnen te maken. Essentieel is dat je software eerst kijkt of er bruikbare reststukken beschikbaar zijn, alvorens volle lengtes te bestellen. De reststukken worden dan gereserveerd voor dit project en de bestelbon zal minder volle lengtes bevatten. Op de zaaglijsten is aangegeven welke reststukken je eerst moet nemen voor je aan de volle lengtes begint.
Door aan te geven in het programma dat het verzagen uitgevoerd is, zullen de gereserveerde stukken verdwijnen en de nieuwe reststukken ter beschikking komen voor een volgende opdracht.
Om het allemaal praktisch onder controle te houden, is er een minimale discipline nodig. Het melden vanuit de werkplaats dat er meer profiel verbruikt is dan voorzien (door vergissing of beschadiging) is cruciaal. Deze aanpassingen worden in het programma geregistreerd zodat de theoretische toestand in de databank opnieuw overeenstemt met de voorraad in de werkplaats.
Om het allemaal wat overzichtelijker te maken, kan je de reststukken ook in een magazijn met vaste locaties stockeren. Goede software doet bovendien ook het locatiebeheer van de reststukken door aan te geven waar het oude stuk wordt genomen en het nieuwe, met bijbehorend etiket, terug moet worden geplaatst.
Investeer in een software die een goed beheer van je reststukken toestaat en faciliteert. Je kan er heel wat geld mee besparen.
Meer info...